Nieuwe scalp aan de riem van Pieter Lakeman: Triodos/DNB-commissaris stapt op
Coronavirus eist nieuw slachtoffer
Die andere kritische econometrist die Pieter heet, slaat weer toe. Pieter Lakeman (inmiddels 81) die eerder DSB op de knieën dwong, kan een nieuwe scalp aan zijn riem rijgen. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft vandaag bekend gemaakt dat commissaris Peter Blom opstapt. De oud-Triodos topman (al in 1989 directeur bij de zweefteverige bank die gelooft in de helende werking van zand) werd in september 2021 door toen nog minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA) tot commissaris bij DNB benoemd. November vorig jaar legde hij zijn werkzaamheden daar al """tijdelijk""" neer. Zo'n 43.000 beleggers roerden zich namelijk over de verliezen die ze hebben geleden op certificaten van Triodos. De antroposofische onbespoten tofu knagende islamiserende hippiebank legde tijdens de coronacrisis - met Blom als CEO - zijn eigen handelssysteem voor die certificaten stil omdat veel beleggers hun stukken wilden verkopen, waarop de afwikkeling een rokende puinhoop werd. Lakeman (onlangs nog hier in gesprek met Arthur van Amerongen) gaf vorige maand het laatste duwtje door samen met ****honderden gedupeerden een persoonlijke schadeclaim tegen Blom en zijn medebestuurders van destijds aan te kondigen. En zo valt dus zelfs vandaag nog een slachtoffer ten prooi aan het coronavirus.
Europese Patriotten - Pieter Lakeman
Binnen zonder Kloppen van econometrist Pieter Lakeman was de eerste kritische studie in Nederland met betrekking tot de winst- en verliesrekening van de immigratie.
Interview: Arthur van Amerongen
In het voorwoord van Binnen zonder Kloppen schreef Lakeman:
*`Is Nederland vol? Zijn de immigratie en het vraagstuk van Asielzoekers beheersbaar? Is immigratie een bedreiging of een zegen voor Nederland? Integreren de nieuwkomers in Nederland en hoe is zo'n opnameproces te bevorderen? Is Nederland een multiculturele samenleving geworden of zou dat moeten gebeuren? Over deze en soortgelijke vragen wordt in Nederland de laatste jaren stevig gedebatteerd. De antwoorden lopen sterker uiteen dan voorheen het geval was: de periode van een zekere maatschappelijke en politieke consensus over migratie- en minderhedenbeleid, zoals die aan het begin van de jaren '80 bestond, lijkt voorgoed voorbij. Deze discussies worden vaak gekenmerkt door gebrek aan adequate informatie, een eenzijdige vraagstelling én toekomstgerichtheid. De vraag "waar gaat 't naar toe of waar moet 't naar toe?" leidt juist in die combinatie tot speculatieve antwoorden; die antwoorden blijken dan vaak minder dan wenselijk te stoelen op feiten of verdedigbare scenario's voor de toekomst, en meer dan wenselijk op emotionele stellingnames vooraf.' *
Hiermee opent de tijdelijke Wetenschappelijke Commissie Minderhedenbeleid in 1995 haar nota Migratie, minderheden en beleid in de toekomst. De constatering dat de discussies vaak gekenmerkt worden door gebrek aan adequate informatie, is helaas juist. Bij de bestudering van immigratievraagstukken wordt overwegend aandacht geschonken aan sociale en culturele aspecten. In Nederland zijn de economische effecten van immigratie zelfs nooit berekend. Ook andere onderwerpen krijgen weinig aandacht, zoals de rol van pressiegroepen en de belangen van duizenden ambtenaren, wier inkomen afhankelijk is van het blijven binnenkomen van immigranten. Naar aanleiding van mijn kritisch volgen van het Nederlandse bedrijfsleven, is mij meermalen verzocht ook het overheidsoptreden te onderzoeken. Dat vond ik overbodig gezien het grote aantal personen dat zich beroepshalve met de overheid bezighoudt. Toen echter duidelijk werd dat niemand in de door de Wetenschappelijke Commissie gesignaleerde leemte voorzag, besloot ik dat alsnog te doen. De immigratie-economie is een aantrekkelijk studiegebied omdat de immigratie een belangrijk economisch verschijnsel is en desondanks een onontgonnen onderzoeksterrein vormt. De link met mijn eerdere studies over het bedrijfsleven is dat ook de immigratie-economie zich op het grensvlak van economie en recht afspeelt. Ik heb weinig aandacht besteed aan de culturele en sociale aspecten van immigratie. Niet omdat die zonder belang zijn, maar omdat op dat gebied wel vele boeken en studies bestaan.
\